In 1769 verenigt een groep welgestelde notabelen uit Zeeland zich in het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen met als doel samen activiteiten te ondernemen. Eind 18e eeuw sticht ditzelfde genootschap het eerste museum van Zeeland: het Museum Medioburgense, gevestigd aan de Latijnse Schoolstraat in Middelburg. Een eeuw later, in 1889 verhuist het museum naar de Wagenaarstraat in Middelburg in een oud patriciërshuis. Een paar jaar eerder, in 1886 wordt in de Schutterhofstraat in Middelburg nog een ander museum geopend, het Kunstmuseum. De collectie van dit museum bestaat vooral uit schilderijen en tekeningen. De verzameling is ondergebracht in een nieuwbouw met een museale functie om de kunst goed tot zijn recht te laten komen.

de zeeuwse museumstichting

Eind 19e eeuw en begin 20e eeuw floreren het Kunstmuseum en het Museum Medioburgense in Middelburg decennialang naast elkaar. In de loop van de 20e eeuw raken beide musea in verval en bovendien gaat een deel van de collectie verloren door bombardementen in 1940. Na de oorlog ontstaat opnieuw de behoefte aan een eigentijds museum in de provincie. In 1961 vestigt de Zeeuwse Museumstichting zich in het patriciërshuis aan de Wagenaarstraat en krijgt de collectie van het Zeeuwsch Genootschap in bruikleen. De verzameling kunstvoorwerpen van het Kunstmuseum aan de Schuttershofstraat van de Vereniging Kunstmuseum wordt overgedragen aan de Zeeuwse Museumstichting.

Zeeuws museum in de abdij

Vanaf het begin is duidelijk dat het onderkomen in het patriciërshuis aan de Wagenaarstraat niet voldoet aan de eisen van een moderne museumexploitatie. Het dak boven het depot is bijvoorbeeld niet geïsoleerd. Ook wordt het hele gebouw verwarmd door slechts twee kachels, waardoor het tijdens strenge winters ook binnen vriest. In 1962 ontstaat het plan voor huisvesting in de voormalige abdij in het centrum van Middelburg. Een abdij die dateert uit de 11e eeuw en waar de provinciale overheid zetelt. Toch duurt het nog tien jaar, tot 1972, voordat het Zeeuws Museum uiteindelijk een gedeelte van het abdijcomplex betrekt.