Schedel van een wolharige neushoorn

In de Zeeuwse wateren worden regelmatig fossiele botten van prehistorische dieren gevonden. Tijdens de laatste ijstijd ligt Zeeland namelijk ver boven de waterspiegel. Op grasvlaktes en steppes waar tegen-woordig de Ooster- en Westerschelde zijn, leven dan grote kuddes dieren zoals wol-harige mammoeten en neushoorns. Een wolharige neushoorn, waarvan dit de schedel is, wordt wel twee meter hoog en drie tot vier meter lang. Als 10.000 jaar geleden het klimaat warmer wordt, smelten de gletsjers. Hierdoor stijgt de zeespiegel en ontstaan uiteindelijk de Zeeuwse Schelde-rivieren. De skeletten van de gestorven dieren zijn daardoor onder water komen te liggen.