Hans Warren (1921-2001) is vooral bekend om zijn dichtwerk en dagboeken. Hij was ook natuurliefhebber en verwoed verzamelaar. Hij verzamelde prenten, schilderkunst, fossiele schelpen en nog veel meer. Het belangrijkste voor hem persoonlijk was echter de kunst uit verre werelden waarmee hij zich in zijn woonplaats Kloetinge (Zeeland) omringde. De nadruk lag daarbij op werk uit West-Afrika en Zuidoost-Azië. De collectie bestaat onder meer uit religieuze beelden, tovenaarsstaven en spectaculaire maskers waarvan het grootste deel nooit aan het publiek is getoond. Hij, die beweerde nergens in te geloven, vereerde ze als geheime goden. Deze fascinatie is bijzonder omdat Warren een teruggetrokken leven in Kloetinge leidde en zelden reisde. Hij deed zijn vondsten dan ook vooral op veilingen en in galeries in Nederland. Deze achtergrond van de voorwerpen levert vaak boeiende verhalen op.

geheim dagboek

De tentoonstelling schetst een beeld van de intieme wijze waarop Warren met het exotische omging. Voor de voorbereiding van de tentoonstelling werkte het museum samen met de Zeeuwse Bibliotheek, die op 26 september een eigen tentoonstelling over leven en werk van de auteur opende. Gelijktijdig met het begin van beide exposities verschijnt het laatste deel van Warrens geheime dagboek. Dit gaat over de jaren 1998-2000, waarin de verzamelwoede een hoogtepunt bereikt.
Het Zeeuws Museum geeft bij de tentoonstelling een begeleidende catalogus uit.